God heeft het kleed van ieders leven
eens op het weefgetouw gezet,
waarna de Hemelse Ontwerper
nauwkeurig op de draden let.
Voor ieder is 't motief weer anders,
verschillend ook de kleur en maat.
Zo weeft Hij in elk mensenleven
steeds liefdevol een nieuwe draad.
Soms denkt Gods kind: 'zijn dit nu blijken
van 'n Goddelijke scheppershand,
die knopen, die verwarde draden?'
Maar weet je, 't is de onderkant.
't Kan zijn, als wij vertwijfeld zeggen:
"Nu weet ik niet meer, hoe het moet!"
dat God 't geweven stuk bezichtigt
en glimlacht: "Ja. zo wordt het goed.'
En als het weefgetouw eens stifstaat,
de laatste draad is afgehecht,
en God dan het patroon zal tonen,
ik bid, dat Hij dan tot ons zegt:
"Zie, dat is nu de goede zijde,
een schone overwinningskroon,
verworven, dankzij de verdienste
van Christus, mijn geliefde Zoon."
F. van der Schoof - van Dam