God, zwaar zijn de uren
die ik gans alleen
doorworstelen moet.
M'n lichaam doet zo'n pijn,God.
Drinken om mijn lippen te lessen.
'n Koude hand die m'n pijn
tracht te stillen.
Neen, God, dat is het niet
wat ik nu nodig heb.
God, alleen een liefdevolle hand,
een hart dat klopt
zoals het uwe en het mijne
dat is het enige
dat mij troosten kan.
God, want vreugde en pijn,
is het lot van ieder mens,
dat, slechts door uw liefde,
gedragen door mensenhanden,
doorzichtlelijk en ook dragelijk wordt.